Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE antwoordde den Engel, Die [38]met mij sprak, [39]goede woorden, [40]troostelijke woorden. 38. Of, in mij. Zie boven vs.9, en versta dat de Heere, dat is God de Vader, tot den Zoon, en de Zoon tot den profeet sprak van de liefde Gods tot zijne kerk, en den toorn over hare vijanden, gelijk breder gezegd wordt in vs.14,15. 39. Dat is, vriendelijke, aangename, zoete woorden. 40. Te weten, troostelijk voor zijne kerk.